Wat houdt Schematherapie in?
Schematherapie is een vorm van psychotherapie (gesprekken), die zich richt op niet-helpende overtuigingen (ongezonde schema’s) die iemand in zijn leven heeft ontwikkeld en de manier waarop iemand daarmee omgaat. Schema’s zijn vastgeroeste overtuigingen die je hebt over jezelf, anderen en de wereld en bestaan uit herinneringen, lichamelijke gewaarwordingen, emoties en gedachten.
Voorbeelden hiervan zijn ‘iedereen laat me in de steek’, ‘ik kan maar beter iedereen op afstand houden, anders word ik gekwetst’, ‘ik moet goed voor anderen zorgen’, ‘ik mag niet over mezelf heen laten lopen’.
Zulke schema’s kunnen vaak helpend zijn om zowel eigen als andermans gedrag te begrijpen, maar door negatieve ervaringen in de kindertijd kunnen ook ongezonde schema’s ontstaan. Schema’s ontstaan wanneer er in de kindertijd niet voldoende tegemoet gekomen wordt aan basisbehoeften, zoals veiligheid, erbij horen, zelfstandigheid, spontaniteit, regels en grenzen.
Schema-modi zijn de verschillende kanten van jezelf die je ontwikkeld hebt om met moeilijke situaties of emoties om te gaan. Het zijn gemoedstoestanden waar je in kan raken als je je met een situatie geen raad weet, vaak vanwege ongezonde schema’s die je hebt. Zo’n modus kan bijvoorbeeld inhouden dat je helemaal niks voelt (afstandelijke en beschermende modus), dat je je beter voelt dan anderen (zelfverheerlijkende modus) of dat je heel boos bent (boze modus). Met schematherapie wordt in kaart gebracht welke overtuigingen (schema’s) en vooral welke kanten (schema-modi) de jongere ontwikkeld heeft. De jongere leert vervolgens om op een gezondere manier met die schema’s om te gaan en om ongezondere kanten van zichzelf een halt toe te roepen, zodat het hem/haar minder problemen oplevert.